In een tijd waarin gesprekken vaak vluchtig of gepolariseerd zijn, is het waardevol om stil te staan bij wat een goed gesprek eigenlijk is. Een goed gesprek is een ontmoeting waarbij mensen elkaar echt willen verstaan. Daarvoor zijn twee vaardigheden essentieel: het stellen van goede vragen en het luisteren met aandacht. Dit wordt ook wel synodaal luisteren genoemd.
Voor een goed gesprek is openheid nodig: open staan voor elkaar en voor wat er kan ontstaan. Je moet willen luisteren, niet om te reageren, maar om de ander te begrijpen. Er is interesse nodig, nieuwsgierigheid naar de ander en zijn of haar ervaring en tot slot moet het veilig zijn om iets van jezelf te laten zien.
Goede vragen openen een gesprek. Ze nodigen uit tot reflectie en tot het delen van ervaringen. Ze zijn meestal open en gericht op de ander, niet op je eigen mening. Open vragen zijn niet met ja/nee te beantwoorden.
Voorbeelden van goede vragen:
Slechte vragen zijn vaak sturend, gesloten of bedoeld om je eigen standpunt te bevestigen. Bijvoorbeeld: “Vind jij ook niet dat dit verkeerd is?” Zo’n vraag sluit eerder een gesprek af dan dat ze het opent.
Synodaal luisteren komt voort uit de rooms-katholieke traditie. ‘Synode’ betekent letterlijk: ‘samen op weg’. Synodaal luisteren is een manier van luisteren waarin je zoekt naar de stem van de Geest in wat mensen zeggen. Het draait om:
Je luistert niet om te reageren of overtuigen, maar om te verstaan. Je luistert ook met aandacht naar wat er niet gezegd wordt. Synodaal luisteren vraagt om vertraging en verdieping.
Een goed gesprek vraagt moed: moed om je eigen mening even los te laten, echt te luisteren naar de ander en vragen te stellen die iets van jezelf én de ander vragen. Met oprechte vragen en luisterende oren wordt elk gesprek rijker.